Colofon: Drs. H.A.D. Visser

Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen

Verantwoording

Met de invoering van de de DSM-5 zijn de obsessieve compulsieve stoornissen uit de angststoornissen gehaald en ondergebracht in een aparte categorie die van de obsessieve-compulsieve en verwante aandoeningen. Onder de obsessieve-compulsieve en aanverwante stoornissen vallen de volgende stoornissen.

  1. Obsessieve-compulsieve stoornis  (dwangstoornis).
  2. Morfodysfore stoornis (bodydysmorfic disorder).
  3. Trichotillomanie (haaruittrekstoornis).
  4. Verzamelstoornis (hoarding).
  5. Excoriatiestoornis (huidpulkstoornis).
  6. Obsessieve-compulsieve of verwante stoornis door een middel of medicatie.
  7. Obsessieve-compulsieve of verwante stoornis  door een andere medische aandoening.
  8. Andere gespecificeerde obsessieve-compulsieve of verwante stoornis.
  9. Ongespecifiseerde obsessieve-compulsieve of verwante stoornis. Daar waar de klinicus meent dat het om deze aandoening gaat maar nog onvoldoende informatie heeft om de diagnose met zekerheid te stellen.

Deze clustering van categorien is gedaan op basis van overeenkomsten in symptoomprofiel, comorbiditeit, familiair voorkomen en genetica, behandelingsmogelijkheid, geslacht en dierproefmodellen.

Een andere  reden van de DSM-5-opstellers om deze aandoeningen bij elkaar onder te brengen is om de klinicus allert te laten zijn dat deze aandoeningen ook vaak samen voorkomen. Dus mocht een patiënt een van bovengenoemde aandoeningen hebben, dan is het goed om allert te zijn op het tegelijkertijd voorkomen van andere aandoeningen uit dit cluster.

Obsessieve-compulsieve en verwante aandoeningen komen frequent voor; OCS in 2-3%, morfodysfore stoornis rond de 2,5%, excoriatiestoornis 1,4%, trichotillomanie  1-2%. Een algemeen kenmerk is dat patiënten zich schamen voor deze aandoeningen en deze trachten te verhullen hetgeen voor een enorme patient's delay zorgt. In Nederland duurt het bij OCS dan ook gemiddeld 17 jaar tussen de start van de symptomen en de eerste behandeling. Het is dus van het grootste belang alert te zijn op het eventueel voorkomen van deze aandoeningen.

De verschillende professionele sites en die van patiëntenorganisaties zijn nog niet ingericht op de nieuwe DSM-5-indeling. Zo staat de informatie over OCS en verzamelstoornis nog gewoon bij de angststoornissen ondergebracht. Het is aan te nemen dat dit pas langzaam zal veranderen.

Hopelijk geeft deze rubriek richting aan het adequaat kunnen zoeken van relevante informatie.

Diagnostiek en behandeling

  • DSM-5 criteria Hoarding

    Verzamelstoornis (hoarding) was in de DSM-IV geen aparte stoornis, maar werd als onderdeel van de obsessieve-compulsieve stoornis beschouwd. In de DSM-5 is het een zelfstandige diagnose in de categorie obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen.

  • DSM-5 app

    De app met DSM-5-criteria.

  • Trichotillomanie

    Website van de Amerikaanse trichotillomanievereniging.

Richtlijnen en protocollen

  • DSM-5: waarom Mild NCD

    Waarom Mild NCD in de DSM-5 opgenomen is. Met onderaan de pagina een link naar de pagina met een fact sheet en twee video-interviews met Daniel Blazer hierover.

  • Protocol: Cognitieve GedragsTherapie (CGT) voor OCS

    Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de eerste keus bij behandeling voor OCS. In Protocollaire behandelingen voor volwassenen met psychische klachten 1 onder redactie van Kees Hoogduin, Agnes van Minnen en Ger Keijsers, is een hoofdstuk opgenomen waarin een goed CGT protocol voor OCS is opgenomen.

  • Protocol: Cognitieve Therapie voor OCS

    In Cognitieve Therapie onder redactie van Patricia van Oppen en Susan Bögels is een helder hoofdstuk over cognitieve therapie voor OCS opgenomen, met daarin veel casuïstiek en praktische voorbeelden. 

  • Protocol: cognitieve gedragstherapie (CGT) voor Morfodysfore Stoornis (voorheen BDD)

    In dit boek is een hoofdstuk opgenomen met daarin een deugdelijk protocol voor de cognitief gedragstherapeutische behandeling van de Morfodysfore Stoornis (voorheen Body Dismorphic Disorder).

Meetinstrumenten

  • Yale brown obsessive compulsive scale (YBOCS)

    De Yale Brown Obsessive Compulsive Scale (YBOCS) is nationaal en internationaal het meest gebruikte instrument aan de hand waarvan de ernst van OCS bepaald kan worden. Het instrument bestaat uit 10 items, heeft een uitstekende validiteit en betrouwbaarheid en is gevoelig voor verandering in de ernst van het klachtenbeeld, en is daarmee uitermate geschikt om behandeleffect te meten. Het instrument wordt meestal als gestructureerd interview gebruikt (afnameduur is ongeveer 20 minuten), maar er is ook in een zelfinvulvariant beschikbaar. De link verwijst naar de interview versie van de YBOCS-ernstschaal. Behalve de ernstschaal bestaan er ook diverse varianten van de YBOCS checklist, waarmee bepaald kan worden van welke subtypen (bv wassen, checken, agressieve/seksuele obsessies) van OCS er sprake is en wat de ernst van elk daarvan is.

  • Overvalued Ideas Scale

    Stelt men aan de hand van de DSM-5 de diagnose OCS dan moet een specificatie van de mate van realiteitsbesef (in de literatuur vaker 'inzicht' genoemd) toegevoegd worden. Er zijn nu drie typeringen mogelijk: 'Met goed tot redelijk realiteitsbesef’, ‘Met matig/slecht realiteitsbesef’ en ‘Met ontbrekend realiteitsbesef of waanovertuigingen’. De DSM beschrijft wat goed, slecht of ontbrekend realiteitsbesef behelst. Het bepalen van het niveau van realiteitsbesef op basis van de 'klinische blik' is niet eenvoudig. Er zijn twee internationaal veel gebruikte instrumenten beschikbaar aan de hand waarvan de mate van realiteitsbesef/inzicht bepaald kan worden, namelijk de Overvalued Ideas Scale (OVIS, deze link) en de Brown Assessment of Beliefs Scale (BABS, volgende link). Wel is het zo dat gevalideerde cut-off scores nog ontbreken voor goed versus slecht inzicht of voor slecht versus afwezig inzicht. In de wetenschappelijke literatuur wordt bij de OVIS een score van 6 of hoger als grens voor slecht inzicht gehanteerd. De link verwijst naar een artikel waarin de OVIS wordt beschreven en waarin het instrument is opgenomen.

  • Brown Assessment of Beliefs Scale

    Stelt men aan de hand van de DSM-5 de diagnose OCS dan moet het niveau van inzicht in de stoornis gespecificeerd worden. Dit kan zijn goed inzicht, slecht inzicht of afwezig inzicht. De DSM beschrijft wat goed, slecht of afwezig inzicht behelst. Het bepalen van het niveau van inzicht op basis van de 'klinische blik' is niet eenvoudig. Er zijn twee internationaal veel gebruikte instrumenten beschikbaar aan de hand waarvan de mate van inzicht bepaald kan worden, namelijk de Overvalued Ideas Scale (OVIS, vorige link) en de Brown Assessment of Beliefs Scale (BABS, deze link). Wel is het zo dat gevalideerde cut-off scores nog ontbreken voor goed versus slecht inzicht of voor slecht versus afwezig inzicht. In de wetenschappelijke literatuur wordt bij de BABS meestal een score van 13 of hoger als grens voor slecht inzicht gehanteerd. De link verwijst naar een artikel waarin de BABS wordt beschreven en waarin het instrument is opgenomen.

  • Beck Depression Inventory

    Omdat patiënten met een Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) vaak ook (symptomen van) een depressie hebben, is het nuttig om bij behandeling van of wetenschappelijk onderzoek naar OCS ook de ernst van depressieve symptomatologie in beeld te hebben. De Beck Depression Inventory (BDI) is een zelfinvullijst van 21 items waarmee (veranderingen) in de ernst van klachten van depressieve aard valide en betrouwbaar en in korte tijd (invultijd ongeveer 10 minuten) gemeten kunnen worden. De lijst is niet vrij verkrijgbaar. De link verwijst naar een uitgebreide beschrijving van de lijst en informatie over de verkrijgbaarheid ervan.

  • Yale brown obsessive compulsive scale (YBOCS) zelfinvulversie

    De Yale Brown Obsessive Compulsive Scale (YBOCS) is nationaal en internationaal het meest gebruikte instrument aan de hand waarvan de ernst van OCS bepaald kan worden. Het instrument bestaat uit 10 items, heeft een uitstekende validiteit en betrouwbaarheid en is gevoelig voor verandering in de ernst van het klachtenbeeld, en is daarmee uitermate geschikt om behandeleffect te meten. Het instrument wordt meestal als gestructureerd interview gebruikt. Deze link verwijst naar een digitale zelfinvulversie van de YBOCS ernstschaal.

Professionele organisaties

Op deze sites zijn de verschillende organisaties die zich professioneel bezighouden met obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen te vinden.

  • Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie

    Het Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie wil bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van de hulpverlening aan mensen met angst- en stemmingsklachten, door de bestaande kennis en deskundigheid te behouden, vergroten en verspreiden. Doelstellingen zijn kennisoverdracht aan patiënten en professionals, stimuleren en coördineren van onderzoek en de ontwikkeling van expertise m.b.t. diagnostiek, behandeling en preventie.
    Deze website is ontwikkeld om vooral professionals van informatie te voorzien, maar ook patiënten en andere belangstellenden.

  • International OCD Foundation

    Dit is de site van de amerikaanse OCS patiëntenstichting, met zeer veel recente informatie over OCS, hoarding en trichotillomanie.

  • International college of obsessive compulsive spectrum disorders

    Website van het internationale college van samenwerkende onderzoeksinstituten op het gebied van OCS.

  • Trichotillomania learning center

    Dez site is gelinkt aan de die van de Amerikaanse OC-vereniging met specifieke aandacht voor trichotilomanie. 

  • Netherlands obsessive compulsive disorder association

    Site van de samenwerkende Nederlandse OCS behandel- en onderzoekscentra. Primaire doel van deze organisatie is een longitudinaal onderzoek naar het vorkmen en beloop van OCS.

  • Vereniging voor gedragstherapie en cognitieve therapie

    Patiënteninformatie en adreslijst van bij de vereniging aangesloten therapeuten. Op deze site is ook ruimte ingeruimd om op plaats een gekwalificeerde gedragstherapeut te vinden, gespecificeerd naar interesse en ervaring.

  • National institute of Mental health (NIMH): anxiety disorders

    Site van de NIMH met een goed overzicht over de DSM-IV angststoornissen en de behandelmogelijkheden.

  • UCLA anxiety disorder program

    Informatie over behandeling van angststoornissen en met name therapieresistente angst en over de lopende onderzoeksprogramma's binnen de UCLA (Los angeles, USA).

  • Excoriatiestoornis

    Een subsite van de trichotillomanie patiëntenorganisatie over excoriatiestoornis.

Patiëntenorganisaties en -informatie

  • Site van het OCD netwerk

    Site van een groep bestaande uit professionals met en zonder OCS en OCS-patiënten die informatie uitwisselen over OCS. Men kan er achtergrondinformatie vinden, men gaat in op actualiteiten in de zorg en er is een overzicht te vinden van het OCS-onderzoek in Nederland.

  • Angst, dwang en fobie stichting

    Site van de oudste angst en dwang patiëntenbelangenvereniging. In 1968 opgericht als de fobieclub door Mw. de Wolf-Ferdinandusse. Actuele informatie over dwangstoornisbehadneling en zelfhulpgroepen.

  • Zelfhulpboek voor OCS

    Een goed zelfhulpboek volledig volgens cognitief gedragstherapeutische principes. Helder geschreven, aan de hand van veel casuïstiek. Ook voor de beginnend behandelaar die een goed beeld van OCS en de gedragstherapeutische benadering ervan wil krijgen.Veel mensen hebben last van een obsessieve-compulsieve stoornis, ook wel dwangstoornis genoemd of kortweg dwang. Zij schamen zich vaak om erover te praten. Dit boek biedt een effectieve methode waarmee mensen zelfstandig leren met hun dwangstoornis om te gaan. Het boek is echter ook goed te gebruiken door cognitief gedragstherapeuten als ondersteuning van hun behandeling.

  • Patiëntenversie Multidisciplinaire richtlijn angststoornissen

    In de multidisciplinaire richtlijnen voor angststoornissen staan adviezen voor de behandeling van de obsessieve-compulsieve stoornis. De link verwijst naar een patiëntenversie van de richtlijn.

Research

  • Nederlandse OCD Associatie (NOCDA)

    De Nederlandse OCD Associatie (NOCDA) is een wetenschappelijke studie naar het ontstaan en beloop van de obsessieve compulsieve stoornis. Diverse factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan en het beloop van de dwangstoornis worden hierbij in kaart gebracht, zoals biologische determinanten, klinische kenmerken, sociale kenmerken, levensgebeurtenissen en het beroepsmatig functioneren. De verwachting is dat de resultaten van dit onderzoek zullen leiden tot meer inzicht in de klachten en een betere behandeling van de dwangstoornis.

  • Verzamelstoornis

Tijdschriften

  • Algemeen psychiatrische tijdschriften

    Naast de algemene psychiatrische tijdschriften, zoals de Archives of General Psychiatry, het American Journal of Psychiatry, het British Journal of Psychiatry en de Acta Psychiatrica Scandinavica (deze tijdschriften vindt u achter deze link), is er ook een aantal tijdschriften specifiek gewijd aan angststoornissen. Links naar deze tijdschriften vindt u hieronder.

  • Journal of affective disorders

    Tijdschrift waar regelmatig stukken over OCS en OCS verwante aandoeningen in staan.

  • CNS spectrums

    Tijdschrift waar veel aandacht is voor OCS en OCS aanverwante aandoeningen. Zowel voor psychiaters als voor neurologen bedoeld.

  • Journal of clinical psychiatry

    Tijdschrift datregelmatig OCS gerelateerde artikelen publiceert.

  • Behavioural research and therapie

    Tijdschrift waar regelmatig over OCS verwante aandoeningen wordt gepubliceerd.

  • Journal of consulting and clinical psychology

    Een mooi tijdschrift van de American Psychological Association (APA) waarin met regelmaat belangwekkende therapie-uitkomststudies verschijnen van zowel psychotherapeutische als medicamenteuze behandelingen. Ook is het volgens de APA dé bron voor richtlijnen en overzichten van evidence based behandelingen voor angststoornissen.

Standaardwerken

Overige