De Keuze om zonder Antipsychotica te worden behandeld voor Psychoses

Inmiddels zijn er bijna 4 jaar gepasseerd sinds het laatste artikel op deze Psychose Anders site. Misschien ook wel omdat het meeste wel al gezegd is. Cristina wees me echter op een debat dat op juni 2020 wordt georganiseerd in Amsterdam (1) en na even  te hebben gekeken leek het me zeker de moeite waard hier aandacht voor te vragen. Het gaat immers om een vraag die binnen het Psychose Anders denkraam ook van belang is: in hoeverre heb je het recht om zonder antipsychotica geholpen te worden met een psychotische periode?

Het schijnt dat in Noorwegen dit recht zelfs al vastgelegd is in de wet. In Nederland is de richtlijn vooral om mensen juist te voorzien van allerlei chemisch materiaal om de hersenactiviteit af te remmen. Het is hartverwarmend om bij de introductie van dat debat te lezen dat er eigenlijk niet zoveel verschil is tussen de effectiviteit van een antipsychoticum en een placebo:

Waarom is dat zo? We weten uit betrouwbare meta-analysen van randomised trials dat bij een acute psychose de kans op een goede respons 23% is bij behandeling met antipsychotica, en 14% bij behandeling met placebo (1). Sowieso een niet erg indrukwekkend resultaat. En het betekent dat van de 11 mensen met een goede respons op het antipsychoticum, er 10 dat ook op placebo zouden hebben gehad.

Vroeger werd er gezegd dat snelle behandeling met een antipsychoticum belangrijk was omdat onbehandelde psychose slecht zou zijn voor het brein. Maar dit bleek een ‘urban myth’ (2) te zijn.

Ter ondersteuning van deze ‘urban myth’ wordt een artikel aangehaald van Zipurski et al. uit 2013 waarin wordt geconcludeerd dat de nodige hersenschade bij schizofrenie ook verklaard kan worden uit het langdurige gebruik van antipsychotica:

MRI studies demonstrate subtle developmental abnormalities at first onset of psychosis and then further decreases in brain tissue volumes; however, these latter decreases are explicable by the effects of antipsychotic medication, substance abuse, and other secondary factors (2).

In een ander artikel (3) waarnaar verwezen wordt, wordt gesproken over het Dopamine Supersensitiviteit sydnroom (DPS). Ook deze tekst is niet mals (en van de hand van Prof. dr. Jim van Os):

Maakt antipsychotica de psychose erger? Het Dopamine Supersensitiviteit Syndroom (DPS)

Als iemand lang antipsychotica gebruikt zal het lichaam proberen te compenseren voor de effecten van de medicatie. Aangezien antipsychotica werken door de dopamine -D2-receptor te blokkeren, zal het lichaam trachten deze blokkade op de een of andere manier ongedaan te maken. Al in de jaren 60 van de vorige eeuw beschreef de wetenschapper Chouinard dat dit kan leiden tot “’supersensitiviteit’ van de dopamine-D2-receptor waardoor de psychosegevoeligheid juist kan toenemen in plaats van afnemen.

Het is boeiend om te mogen constateren dat er de afgelopen jaren bewegingen zijn die goed aansluiten bij het psychose anders gedachtegoed. De site van ‘psychose net’ lijkt dan ook wel een aanwinst te zijn in de strijd tegen het blindelings verstrekken van medicijnen bij allerlei vermeende ‘geestelijke hersenziektes’. Jim van Os heeft duidelijk niet stil gezeten de laatste jaren!

NOTEN
(1) ggznieuws.nl/home/beperkt-kaarten-beschikbaar-voor-debat-over-medicijnvrije-behandeloptie-psychose/
(2) https://academic.oup.com/schizophreniabulletin/article/39/6/1363/1884403
(3) https://www.psychosenet.nl/antipsychotica-en-dopamine-supersensitiviteit/

Mijn Psychose leerde me een verbeterde Versie van Mezelf te Worden

Karin beschrijft in het onderstaande artikel haar weg naar een psychose, en hoe deze haar uiteindelijk heeft geholpen om tot nieuwe inzichten te komen. Met dank aan Karin voor deze inspirerende bijdrage.

Mijn verhaal begint eigenlijk al bij dat ik als klein meisje ontzettend veel last had van mijn darmen, buikpijn en veel overgeven. Na verschillende onderzoeken werd in die tijd de conclusie getrokken dat mijn darmen erg actief waren, dat er niet zo veel aan te doen is, dan gewoon mee leren leven.

IMG_2337

Zo lang als ik me kan herinneren, voelde ik me altijd ‘anders’. Ik was er wel, ik deed mee, maar ergens was ik er ook niet helemaal. In die tijd was ik stiekem al heel onzeker. Ik keek altijd naar anderen om te kijken hoe zij iets deden om er zeker van te zijn dat ik het goed zou doen.

Op mijn vijftiende, zo’n beetje na het verlies van mijn eerste grote liefde, ontwikkelde ik anorexia. Jarenlang heb ik mijn lichaam uitgeput. Ik was (en ben gelukkig nog steeds) bloedmooi, maar zag dat zelf niet. Ik was ontzettend onzeker en voelde me dik, lomp, mannelijk, niet leuk genoeg gekleed. Ik was, dat zie ik nu, voortdurend bezig met mezelf te vergelijken met anderen. En daarmee keek ik naar de ‘mooie’ dingen bij een ander, en naar de ‘lelijke’ dingen bij mezelf. Een oneerlijke strijd.

Op mijn zeventiende verhuisde ik naar Amsterdam om daar te gaan studeren. Iets in mij wilde het huis uit. Weg. Eenmaal in Amsterdam voelde ik me het eerste half jaar verloren, en kwam ik nauwelijks de deur uit. De meeste colleges volgde ik niet. Na dat half jaar maakte ik toch mijn eerste vriendinnetje en daarna ging eigenlijk alles vanzelf. En begon ik me meer thuis te voelen in Amsterdam. Al bleven mijn anorexia en onzekerheid, gepaard gaande met energieloze bijna depressieve dagen ook een onderdeel van mijn leven.

Ik kreeg opnieuw een relatie en leerde steeds meer mensen kennen. En heb toen een hele leuke tijd gehad. Maar mijn onzekerheid bleef. Om die reden zocht ik aandacht van andere mannen. Ter bevestiging van mijn ‘leuk’ zijn. Uiteindelijk ging de relatie stuk en stortte ik me meteen op een nieuwe relatie. Die na vier jaar vechten ook weer stopte. En toen kocht ik mijn eerste eigen huis. Had ik een super toffe baan bij Tommy Hilfiger en was er ineens rust. Het huisje was niet groter dan 40m2 maar het was helemaal van mij. En voor het eerst in mijn leven was ik intens gelukkig met mezelf. Ik voelde me mooi en succesvol. Naar een paar maanden kwam er een fantastische man in mijn leven, ik weet nog dat ik dacht (eigenlijk wil ik wat langer van dit moment voor mezelf genieten), maar met hem ging alles zo vanzelf en natuurlijk. Na twee weken vlogen we samen naar new york en een half jaar later kochten we ons droomhuis op de Singel in Amsterdam. We leefden een droom. Het was een fantastische tijd, ik was intens gelukkig. Totdat zijn vader overleed, en hij zich afzonderde, en ik geconfronteerd werd met de leegte in mij. We gingen uit elkaar.

Ik stortte me volledig op het feesten en gek doen. Om vooral maar niet te hoeven voelen en te laten zien dat er met mij niets aan de hand was.

IMG_1992

Een half jaar later leerde ik een man kennen die al twee kinderen had. En ik dacht, ja dat is wat ik al heel lang wil, een gezin. Ik ging zo snel, dat het hem benauwde. Ik geef ontzettend veel, alles wat ik heb, en hoe meer ik geef, hoe harder hij me wegduwt. Ik verlies mezelf compleet. Vind mijn werk niet meer leuk, voel me er onzeker over, ga me steeds lelijker vinden en loop echt helemaal vast. Ik verhuis naar Haarlem zodat ik dichter bij hem kan zijn en laat alles in Amsterdam achter me. Ik zoek hulp bij een spiritueel healer.

Hij zegt: je balans is helemaal weg, je hebt zo veel gegeven, je kan niet meer, het wordt tijd om te ontvangen, ik ga je nu laten ontvangen. Hij stuwt energie door mijn lijf, en zonder dat ik weet waarom, stromen de tranen over mijn wangen. Ik loop naar buiten en voel me opgelucht, licht en vrolijk. De dagen die volgen is alles fantastisch, alles is goed, zelfs mijn niet lopende, uiterst frustrerende relatie. Ik voel mensen feilloos aan. Ik voel zelfs de energie van planten. Ik weet ineens dingen die ik ‘onmogelijk’ kan weten. En ik ervaar liefde, onbeschrijfbare liefde, voor mezelf en alles en iedereen om me heen. Ieder ding, ieder voorwerp heeft betekenis, en ik lach en heb lol zoals ik nog niet eerder heb gehad in mijn leven.

Totdat een vriendin me belt en zegt, ik maak me zorgen om je, vanaf dat moment slaat mijn euforie om naar angst. Denk ik dat het leven een grote complot theorie tegen mij is. Mijn spiritueel healer text me op dat moment, ‘blijf je wel met je beiden benen op de grond staan?’..’ga de natuur in, daar kun je aarden’, dus mijn stressige lijf besluit te gaan wandelen..drie uur aan een stuk..en ineens komen er tranen, over alles wat er gebeurd is in mijn leven, van klein tot groot, alles flitst in drie uur aan me voorbij. En ik voel intense haat naar mijn moeder, maar ook diepe diepe liefde. Ik kom thuis en ineens staat het vriendinnetje voor de deur. ‘ik maak me echt zorgen en ik denk dat het goed is dat we naar het ziekenhuis gaan’.

Uiteindelijk gaan we samen naar het ziekenhuis. Daar krijg ik het idee dat ik zwanger ben, van de nieuwe wereld, die er in noodgang uit gaat komen. Ik ben heel angstig. Na veel twijfel slik ik uiteindelijk de medicatie die me geboden wordt en ga slapen in mijn kamer op de open afdeling van het GGZ. Onder de afgesproken voorwaarde dat ik weg mag als ik dat wil. S ochtends word ik volledig in de paniek wakker en zeg dat ik weg wil en dan blijkt dat dat niet mag. Ik raak daardoor nog meer in de paniek. Ze hebben me iets beloofd wat dus niet waar is. Mijn vertrouwen is volledig geschaad. En ik besef me, zo werkt het dus als je eenmaal opgenomen bent, dan bepaal jij niet meer wat er in je leven gebeurd, zij nemen het dan over. Dat was, bleek uiteindelijk, een mega traumatische ervaring te zijn.

Twee weken lang ben ik samen met mijn moeder op deze afdeling verbleven. Met behulp van medicatie en veel rust. Kwam ik langzaam weer op aarde. Terugkijkend op deze tijd vond ik het toch wel heel bijzonder. Al die mensen, met al hun verschillende verhalen en toch zo veel overeenkomsten. Er heerste een bijzondere sfeer, iedereen was heel lief voor elkaar. Ik heb moeite met de psychiater, omdat die mij het gevoel geeft dat ik niet klop. Terwijl ik juist denk dat ik mega intelligent ben. Ik irriteer haar en zij mij. Gelukkig vrij snel, en door mijn eigen eigenwijsheid, komt mijn medicatie op een vrij laag niveau. Want ik merk dat met te veel medicatie ik gewoon helemaal bedwelmd word.

Na twee weken ga ik weer zelfstandig wonen. Mijn relatie maakte het op de dag van de opname uit. Ik zag de angst voor mij in zijn ogen. Een periode van intense liefdesverdriet volgde, en hoop, op dat het weer goed komt. Uiteindelijk zak ik in een depressie. De winter is hard en lang en ik woon moederziel alleen, ver weg van mijn ouders, zus en vrienden, in Haarlem waar ik niemand ken. Ik kan me onmogelijk concentreren, dus geen boek lezen, geen krant, geen tv, geen fatsoenlijk gesprek voeren. Terwijl de rust, de stilte, de eenzaamheid me ontzettend beangstigd. Ik leef in een conflict met mezelf. Ik wil mijn oude leven terug, maar dat kan niet meer, alleen besefte ik dat toen nog niet. De nieuwe wereld arrived, maar ik kon hem nog niet accepteren.

IMG_2410

Na drie maanden ga ik, met een heftige depressie, weer werken. Ik wil weer meedoen met de maatschappij. De eerste week was fantastisch, iedereen was lief, ik kreeg super veel aandacht. De tweede week was minder, de derde week wilde ik niet meer werken. Het half jaar wat volgde sleepte ik mezelf elke ochtend uit bed, niet wetende wat ik dan aan moest trekken, me super lelijk voelend (in een fashion wereld waar alles om uiterlijk gaat) en heel onzeker. Het was verschrikkelijk. In die tijd begon ik met begeleide meditatie waarbij degene die de tekst had ingesproken me hielp bewust te worden van de pijn die mijn lichaam had. Daardoor begonnen ik me te beseffen dat mijn lichaam weg wilde van de pijn, dan lag ik te woelen in mijn bed. Maar door hem, door het aangaan van dat gevoel werd mijn pijn langzaam minder en klaarde mijn depressie langzaam op. Ik weet nog dat ik met mijn depressieve klachten bij de huisarts kwam en ik haar om hulp vroeg. Het enige wat ze mij kon bieden was medicatie, die bedankte ik vriendelijk. Ondertussen, door het lezen van veel boeken, internet en de site van psychose anders. Kwam ik tot het besef dat mijn depressie en psychose mij iets te vertellen hadden.

Ik was al gekoppeld aan een VIP team van het GGZ en praatte veel met de team leider en psycholoog van dat team. Ik vond en vind soms nog steeds hun manier van kijken beperkt. Ze erkennen in mijn ogen maar een deel van de totale werkelijkheid, namelijk dat wat ze met het blote oog kunnen waarnemen. Maar mijn ervaring is dat wanneer je lijdt aan een psychische ‘ziekte’ er op meerdere niveaus iets niet klopt. En dat al die niveaus de juiste aandacht verdienen om volledig te kunnen herstellen. Met behulp van het GGZ hebben we de focus gelegd op cognitieve denkpatronen en ben ik daardoor bewust geworden van wat er leefde in mij. Heel belangrijk en ik ben hun eeuwig dankbaar voor hun hulp. Maar het was niet genoeg en het enige wat ik nodig had om volledig te kunnen herstellen.

Uiteindelijk heb ik heel veel verschillende hulp gehad. Variërend van cognitieve therapie, begeleide meditatie, zelfstudie (ik heb alles gelezen wat ik kon vinden, over mijn problematiek), homeopathische ondersteuning, bioresonantie, voedingssupplementen, voedingsadvies, levend bloed analyse, iriscopie, acupunctuur, visualisatie/droom therapeut, Byron Katie methodiek, NLP practioner opleiding, creatieve cursussen, beweging, yoga. Alles heeft op zijn eigen manier bijgedragen aan mijn herstel. Ik heb elke visie tot mij genomen en gekeken wat kan ik hier mee, ik probeerde het uit en keek wat het deed. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat alles werkt. Mits het in de juiste hoeveelheid wordt toegepast, zelfs medicatie. Even was ik heel erg tegen, maar uiteindelijk moet ik toegeven dat medicatie op een bepaald moment essentieel was voor mijn herstel.

IMG_2376

Er is slecht een ding wat mijn herstel even in de weg heeft gestaan. En dat was ik zelf, mijn overtuiging dat ik geloofde dat ik ziek was, en nooit meer de oude zou worden. Op het moment dat ik deze overtuiging 180 graden heb gedraaid naar: ‘Ik word nooit meer de oude, ik word de verbeterde versie van mezelf’ en ‘mijn depressie en psychose zijn mijn helingsproces, van jarenlange pijn en verdriet’ en ‘ik ben niet gek, ik ben mega intelligent’, vanaf dat moment kon ik alles accepteren en kon het tij zich keren. Niet zeggende dat ik toen nog steeds veel doorstaan moest, maar altijd zat er in ieder geval dat stemmetje in mij, die vol vertrouwen had in mij, hoe lastig de buitenwereld het me soms ook maakte.

Uiteindelijk ben ik, nadat ik toch wel weer succesvol gereïntegreerd was in mijn werk, ik mijn oude functie had opgepakt en zelf een extra project daarnaast leidde, gestopt met werken. Ik merkte dat als ik door zou gaan ik opnieuw in een psychose zou belanden. Op een ochtend onder de douche dacht ik ‘wie word hier nu eigenlijk blij van?’ en toen zei een heel klein stemmetje, ‘ikke niet’ en toen besefte ik me, het is klaar, ik stop hiermee. En dan heb je een leven opgebouwd, om je salaris heen, en dan?, iedereen verklaarde me voor gek, maar ik wist dat het goed was. Het was voor het eerste in mijn leven dat ik vol vertrouwde op mijn gevoel. Ik verloor alles, mijn baan, mijn vrienden, ik had ruzie met mijn ouders en zus, maar ik leerde ook mijn huidige partner kennen. En ik wist dat het goed was, ook al was het heel pijnlijk.

Ik heb alles losgelaten, in het volle vertrouwen dat ik een wereld om me heen had gecreëerd die helemaal niet bij mij als persoon past. Maar gecreëerd was doordat ik wilde voldoen aan andere mensen hun behoefte om liefde te ontvangen. Totdat ik me besefte dat ik op deze manier nooit ging krijgen waar ik intens naar verlangde. Liefde, liefde voor mezelf.

Mijn relatie met mijn partner heeft een zeer moeilijke start gehad. Maar ik had mezelf voorgenomen, ik wil ware liefde, en ware liefde houdt in het goede en slechte in elkaar omarmen. Anders is het geen ware liefde, dus hoe moeilijk het ook is, ik blijf net zo lang tot dat het er is. Tenzij hij natuurlijk opgeeft, dan heb ik geen keus. En we hebben allebei gevochten, met elkaar maar vooral ook voor elkaar. Ik heb hem gebruikt als spiegel, als hij iets zei tegen mij wat me kwetste, dan nam ik afstand en dan ging ik ontdekken wat me nou precies zo raakte. En altijd, echt altijd kwam ik tot de conclusie, fuck, hij heeft gelijk. En dan nam ik de tijd om de pijn te voelen. En heel langzaam heelde ik daardoor mezelf.

IMG_2731

Anderhalf jaar lang heb ik mijn lichaam de tijd gegeven om te herstellen van deze intensieve tijd en strijd. Mijn lichaam was ziek van de jarenlange stress die het had geleverd door niet haarzelf te mogen zijn. En ik neem daar oprecht vanuit mijn hart niemand iets voor kwalijk, zelfs mezelf niet, het is gewoon zo gelopen. En het heeft mij gebracht waar ik nu ben. En daar ben ik zo ontzettend trots op. Door de rust en het vertrouwen wat ik in mijzelf en mijn lichaam had kon ik langzaam genezen. En ik durf oprecht te zeggen dat ik nu, sterker ben dan ooit. Ik was mezelf volledig kwijt, heb het donker ervaren, omarmt en mezelf opnieuw gevonden. Dit hele proces, inclusief de angst, de pijn en het verdriet waren er een noodzakelijk onderdeel van. Ik heb mijn diepste angst, de dood, in de ogen gekeken, totdat ik me besefte dat het niet de dood was die ik moest aanvaarden maar het leven en de liefde voor mezelf. Ik heb geleerd wie ik ben, en daarbij mijn gerechtmatigde ruimte op deze aarde ingenomen, zonder een ander daarmee te schaden, sterker nog ik besef me dat door mijn ruimte in te nemen ik de ander ook zijn ruimte geef.

En nu ben ik voor mezelf begonnen. Ik heb een lifestyling bureau waarin ik op een creatieve doe manier mensen hun ware zelf leer ontdekken. Ik geloof in een wereld waarin iedereen zichzelf mag zijn, zonder dat het te koste gaat van een ander. Pas als je jezelf mag zijn, kun je het maximale toevoegen aan onze wereld.

Ik ben er van overtuigd dat iedereen, geen uitzondering kan herstellen van een psychose. Mits je bereid bent te luisteren naar wat je lichaam en mensen om je heen je te vertellen hebben. En dat is niet makkelijk. Maar wel noodzakelijk. Je bent niet zomaar uit balans geraakt. Als je blijft doen wat je deed dan krijg je wat je kreeg. Als je wilt dat er iets veranderd, dan moet jezelf veranderen, jouw visie op de wereld, en ook, de visie op jezelf.

Daarnaast ben ik van mening dat psychische ‘ziektes’ niet bestaan. De oorsprong bevindt zich in het lichaam, de darmen en het energetisch lichaam, je verleden en daaraan gekoppelde emoties. Mensen met psychische ziektes zijn extreem intelligent en nemen iets waar wat niet iedereen kan waarnemen en dat verwart ze. Als je kunt leren omgaan met die gave, gaat er een wereld voor je open.

Ik zal nooit vergeten de aanvaring die ik had met mijn psychiater. Hij zei: ‘ja maar schizofrene patiënten zien dingen die er niet zijn’. Toen zei ik:’ wat nou, als zij iets zien wat jij niet kan waarnemen’. Ik heb de titel voor mijn boek klaarliggen: ‘what if crazy people aren’t crazy, but scared, confused and locked up in medicine’.

Oh en ik wil nog wel een stukje toevoegen over weer deel uitmaken van de maatschappij. Ik heb dat zelf ook als zeer lastig ervaren. Mijn blik op de wereld is door deze ervaring voorgoed verandert en het sluit voor een groot deel niet aan bij het grootste gedeelte van de maatschappij. In eerste instantie ging ik mijn visie verkondigen en ervaarde veel weerstand..ik kreeg dingen naar mijn hoofd als, maar jij bent ziek, jij hebt een psychose gehad dus wat weet jij nou, je hebt zelf een probleem..en deels was dat op dat moment ook nog zo..

FullSizeRender

Maar ondertussen weet ik dat wat ik zie bij een deel van de maatschappij (het deel waar ik in leefde), de balans niet klopt…er zit veel groei aan de buitenkant en niet evenredig aan de binnenkant..als een boom boven de grond groeit, maar niet onder de grond, dan valt hij vroeger of later om. Ik weet niet wanneer, maar dat het gebeurt, als er niets veranderd in de balans, dat weet ik zeker.

En nu denk ik, prima als jij er anders over denkt, prima als jij wilt denken dat ik gek ben. Ik ga mensen helpen die hulp willen en naar mij toe komen omdat ze er in willen geloven dat ook zij kunnen herstellen. En jij..jij komt misschien in de toekomst nog wel eens terug bij mij..en misschien niet. Maar als je komt dan help ik je.

Mijn motto: ‘Alles is goed, zelfs als het niet goed is’..en ‘whatever you do, don’t panic’

De Waanbeelden van de Hersenbank

Ik zat laatst in de auto toen ik een spotje hoorde van de Hersenbank. De hersenbank bleek bezig te zijn met een campagne om mensen zover te krijgen om vooral hun psychiatrische hersenen te doneren aan de wetenschap.

wat-gaat-er-nou-mis-met-mijn-brein

Een tekst van de website ‘We hebben hersens nodig’ (1)

Door mijn transformatie naar actieve ‘gezinsman’ heb ik de laatste jaren minder tijd gehad voor het werken aan Psychose Anders, maar deze campagne kon ik toch niet zomaar onbesproken de revue laten passeren. Het zal de trouwe lezer niet verbazen dat de denkbeelden die de basis vormen voor deze benadering mijn nekharen overeind lieten komen. In deze bijdrage een blik op deze campagne en de hersenbank vanuit een psychose-anders perspectief.

Als je op de site van de campagne kijkt (1), zie dat je er allerlei mensen praten over wat zij psychiatrische ziektes noemen. Myrthe van der Meer (schrijfster van de boeken PAAZ en UP) doet ook mee aan deze campagne. Zij vraagt zich af wat er nou eigenlijk mis is in haar brein op de momenten dat ze denkt dat ze kan vliegen, of toen niemand mocht weten dat ze dood wilde.

myrthe-van-der-meer-wat-gaat-er-nou-mis-met-mijn-brein

Myrthe van der Meer: Wat gaat er nou mis in mijn brein?

De Hersenbank, en daarbinnen de speciaal op psychiatrie gerichte (Hersenbank voor de Psychiatrie, 2) vertellen op hun website de achtergrond van hun onderzoek. Kort gezegd komt het erop neer dat zij denken in de hersenen iets te kunnen vinden wat de oorzaak zou zijn voor zogenaamde psychiatrische aandoeningen.

Na vele drukken DSM, en vele decennia aan psychiatrische ‘ziekten’ is het schijnbaar nog altijd niet gelukt om steekhoudend zoiets als ‘schizofrenie’, ‘ernstige depressie’, een obsessief-compulsieve stoornis, een bipolaire stoornis of wat dan ook te vinden in de hersenen. Je zou daaruit de conclusie kunnen trekken dat er misschien ook wel gezocht wordt naar iets dat niet werkelijk bestaat, maar je kunt ook denken dat je als je goed zoekt het uiteindelijk wel zult vinden.

Ik zou overigens de laatste zijn om te ontkennen dat er wel iets kan veranderen in de hersenen van mensen met bepaalde diagnoses, maar dan wel vooral door de effecten van de medicatie op de hersenen. Het drieluik dat ooit eens is geschreven door Sharon van Haren op deze site is hierbij zeer verhelderend (3, 4 en 5). In deze artikelen wordt de Amerikaanse psychiater Peter Breggin aangehaald die stelt dat juist door de effecten van hersenbeïnvloedende medicatie zoals anti-depressiva en anti-psychotica dingen veranderen in de hersenen.

Hij spreekt over het verschijnsel dat hij ‘intoxicatie anosognosia’ noemt, wat staat voor het niet kunnen herkennen van de schadelijke mentale effecten van psychoactieve middelen en de bijkomende neiging hun positieve mentale effecten te overdrijven: mensen ervaren allerlei vreemde zaken na het innemen van psychofarmaca, maar denken vooral dat het met hun ‘ziekte’ te maken heeft.

Hij stelt zelfs dat hersenbeschadiging het voornaamste therapeutische effect is van psychiatrische medicatie (3). Met andere woorden: de kalogo-nederlandse-hersenbank-voor-psychiatriens is groot dat de hersenbank afwijkende hersenen kan gaan vinden bij mensen die al vele jaren lang dit soort hersenbeschadigende medicatie tot zich nemen. Als hersenonderzoeker zou je dan kunnen gaan juichen omdat je een ‘ziekte’ hebt gevonden, maar je kunt ook vooral zorgelijk constateren dat je slechts het effect van psychiatrische middelen op gezonde hersenen hebt kunnen aantonen. Dit soort hersenbeschadigingen worden ook uitvoerig genoemd in het onderzoek van Breggin (3).

Binnen het kader van Psychose Anders wordt niet ontkend dat het leven soms erg pittig en voor sommigen eigenlijk te pittig kan zijn. Ook zijn er vele manieren waarop mensen kunnen omgaan met deze uitdagingen die het leven kan aanreiken. Mijn favoriete metafoor is die van de pianist die een prachtig stuk op een piano speelt. Hierbij staat de pianist voor de geest en de piano voor de hersenen. Als de muziek die gespeeld wordt niet helemaal lekker klinkt, kun je aan twee dingen denken: degene die de piano speelt heeft niet veel ervaring met pianospelen, of er is iets mis met de piano.

Binnen Psychose Anders wordt vooral ingezet op de eerste geestelijke benadering: hoe kan de geest getraind worden via oefening, inzichten om beter te leren pianospelen (leven). De tweede benadering is erg populair binnen de psychiatrie, binnen onze samenleving en binnen de groep wetenschappers die eigenlijk niet echt geloven in een geest die hersenen bespeelt. In die zin zou je kunnen zeggen dat de campagne om hersenen te verzamelen het ultieme voorbeeld is van een materialistisch wereldbeeld, waarin bewustzijn niets anders is dan het tijdelijke resultaat van hersenactiviteit. Afwijkende gedachten of gevoelens moeten dan het resultaat zijn van afwijkende hersenactiviteit of  van een of andere genetische afwijking. Wellicht ontdekken we later dat dit een waandenkbeeld blijkt te zijn geweest.

Het is voor mensen die worden geconfronteerd met de vreemde sprongen die een geest in het nauw kan maken ook veel aantrekkelijker om de piano de schuld te geven, omdat het veel lastiger en moeilijker is om je te openen voor de mogelijkheid dat je piano misschien wel helemaal goed werkt, maar dat je wellicht kunt leren wat minder angstig, met meer humor en liefdevoller te leren spelen. Wat ook zeker niet makkelijk is in een wereld waar vaak wat rommelige muziek wordt gespeeld.

Het idee dat je piano kapot is, stimuleert iemand natuurlijk niet om eens goede pianoles te gaan nemen. In die zin kan de campagne van de hersenstichting ook schadelijk zijn omdat ze mensen laat geloven dat er waarschijnlijk toch iets fundamenteels mis is met hun brein, iets waar buiten wat medicatie niet veel aan te doen is.

NOTEN
(1) http://wehebbenhersensnodig.nl
(2) Nederlandse Hersenbank voor de Psychiatrie (http://www.nhb-psy.nl/)
(3) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/01/25/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-i/
(4) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-ii/
(5) https://psychoseanders.wordpress.com/2011/03/23/het-betoverende-effect-van-psychiatrische-medicijnen-deel-iii/

Je Diagnose Geheim Houden en Psychosegevoeligheid

Eind juli 2014 schreef Quasar een reactie (1) waarin hij sprak over zijn psychosegevoeligheid en hoe hij daarmee is omgegaan. Een advies dat hij daar gaf trok mijn aandacht, namelijk dat hij zei dat het voor hem beter was om zijn diagnose voor zijn omgeving geheim te houden. Hij schreef:

“Maar psychosegevoelig of niet, ik heb altijd de tegenwoordigheid van geest gehad om de diagnose geheim te houden. Dan zagen mensen mij als ‘afwezig’ of ‘stil’, maar in elk geval niet als een psychiatrisch patiënt. ” (1).

keep-secret

Een kernconcept binnen dit ‘Psychose Anders’-raamwerk is dat het medisch model ongeschikt is als metafoor voor de beschrijving van de verschillende manieren waarop mensen kunnen omgaan met (heftige) levensproblemen. Het denken in termen van ziekte impliceert al snel lichamelijke problemen waarbij zaken als medicatie, doktoren en psychiatrische behandeling verweven zijn. In de bijdrage van Quasar wordt gesproken over ‘psychosegevoeligheid’ wat een term is die zelfs binnen dit Psychose Anders denkraam wel kan worden omarmd.

Psychosegevoeligheid impliceert namelijk eerder een soort neiging om op bepaalde manieren te reageren indien de stress te groot wordt (2) . Dat kun je ook makkelijk beleven als een soort gewoonte die is opgebouwd in het verleden. Het hoeft ook niet geïnterpreteerd te worden als een hersenafwijking. Ook is het niet meteen een ziekte of een of andere psychiatrische stoornis of iets in die geest. Het kan iets zijn dat ieder mens zou kunnen hebben onder bepaalde moeilijke omstandigheden.

Je kunt dat ook makkelijk in je zelfbeeld incorporeren en vervolgens manieren ontwikkelen om er mee om te gaan. Quasar sprak over meditatie, cognitieve gedragstherapie en hardlopen welke hem goed hebben geholpen om deze periodes door te komen, dan wel te voorkomen.

GEHEIM HOUDEN VAN JE DIAGNOSE

“Sinds dat ik ben begonnen met de medicatie, liet ik aan bijna niemand weten wat mijn stoornis was. Ook nu, jaren later, vertel ik het helemaal niet als ik nieuwe mensen ontmoet. Dat noem ik gebruik maken van het beetje gezond verstand van wat ik nog wel had.” (1)

Binnen de wereld van de psychiatrie zijn er allerlei bewegingen. Eén van die bewegingen bestaat uit de zogenaamde ‘anti-stigma-beweging’. Dit zijn mensen die de insteek hebben dat ze werkelijk een psychiatrische  lichamelijke hersenziekte hebben, en er voor strijden om dat geaccepteerd te krijgen door hun omgeving. Ze maken hierbij graag vergelijkingen met lichamelijke aandoeningen als diabetes of andere ziektes, die toch ook volledig worden geaccepteerd door de samenleving. In het artikel ‘Strijd tegen Stigma is strijd voor Diagnose Acceptatie‘ (3) ga ik verder in op dit stigma-aspect.

Stand_Up_to_Stigma__Pre-Pilot__002-2-small

Complexiteit rondom Stigma en Erkenning krijgen voor een wellicht niet bestaande Ziekte? (5)

Het interessante van de aanpak van Quasar is wel dat hij juist helemaal niets zegt over zijn ‘diagnose’. Niet alleen voorkom je daarmee dat mensen je gaan zien als een psychiatrisch patiënt, maar je voorkomt ook dat je jezelf al te veel gaat identificeren met een diagnose, waarvan vaak maar de vraag is wat het nu werkelijk waard is, in hoeverre het echt verwijst naar iets bestaands.

Quasar zei dat mensen hem in bepaalde periodes dan weliswaar als ‘stil’ of  ‘afwezig’ beleefden, maar dat kan iedereen wel eens zijn. Dat is op zich gewoon menselijk en niet meteen psychiatrisch ziekelijk. Op deze manier heb je veel meer kans om gewoon je rol te blijven vervullen in de samenleving en word je niet zo snel afgeserveerd als geesteszieke, wat toch nogal eens kan gebeuren als je je gaat identificeren met een doemdiagnose als schizofrenie (4).

In die zin ondersteun in Quasr’s adviezen van harte: als je probeert te denken in termen van psychosegevoeligheid waar je mee kunt leren omgaan en je gaat niet tegen iedereen zitten vertellen over ernstige (vage en onzichtbare) hersenziekten, dan belast je je zelf niet zo erg, en bovendien belast je de omgeving ook niet, waardoor ze je eerder vrij normaal kunnen blijven behandelen. Als de omgeving dan weer normaal tegen je doet is ook de kans groter dat je jezelf  ‘normaler’ kunt blijven voelen.

Geheim houden voor de omgeving in zijn geheel kan dan wel handig zijn, maar vanzelfsprekend is het wel raadzaam om met andere mensen te praten over de dingen die je dwarszitten. Probeer daarbij dan zoveel mogelijk de ziektemetaforen te mijden, maar praat over dat je je rot, eenzaam, verdrieting, heel druk of angstig voelt, en blijf zover mogelijk weg van psychiatrische (doem) terminologie.

NOTEN

(1) https://psychoseanders.wordpress.com/2014/02/09/niet-willen-leven-of-een-gebrek-aan-verbinding/#comment-3036

(2) https://psychoseanders.wordpress.com/2012/04/24/stoeien-met-metaforen-en-begrippen-4-manieren-om-te-kijken-naar-psychiatrische-symptomen/

(3) https://psychoseanders.wordpress.com/2010/10/12/strijd-tegen-stigma-is-strijd-voor-diagnose-acceptatie/

(4) https://psychoseanders.wordpress.com/2009/10/22/bang-je-behandelaanbod-te-verliezen-en-de-patientenrol/

(5) http://ruralleaderonline.com/2013/07/06/this-is-why-we-blog-and-talk-about-mental-health/

Niet willen Leven of een Gebrek aan Verbinding?

Hieronder volgt een bijdrage van Christina, auteur van meerdere artikelen hier op Psychose Anders. Ook stelt zij van tijd tot tijd de nieuwsbrief ‘De Helende Geest’ samen. Je kunt contact met haar leggen via het tabblad Contact in het menu.

Deze week hoorde ik iemand die veel werkt met kankerpatiënten zeggen dat het grote verschil tussen mensen die kanker hebben en mensen die in de psychatrie zitten is, dat de eerste groep zo graag wil (over) leven terwijl de mensen in de psychiatrie niet willen leven. Hij zei dat hij dacht dat het veel moeilijker zou zijn te werken met mensen die niet willen leven.

De opmerking kZwaarden zeswam van iemand die zelf heel veel bezig is met spiritualiteit en in zijn werk met kankerpatiënten gebruik maakt van yoga, meditatie, gesprek en lichaamswerk.

Het is een veronderstelling die wel vaker wordt geuit. Mijn eigen gedachten hierover zijn heel anders.

Zelf ben ik meerdere jaren opgenomen geweest in de psychiatrie. Ik heb drie langdurige psychoses meegemaakt en jarenlang medicatie geslikt. Door me te verdiepen in ‘spiritualiteit’ (ik weet dat dit een breed en vaak ontoereikend woord is) ben ik uiteindelijk meer en meer bij mezelf gekomen en vond ik een innerlijke balans. Gaandeweg, als gevolg van dit proces, heb ik de psychiatrische medicatie afgebouwd, ik ben nu een aantal jaren vrijwel medicijnvrij.

Wanhopig

Natuurlijk kunnen we ons afvragen, in de eerste plaats, of het klopt dat mensen in de psychiatrie niet willen leven. Ik neem aan dat de spreker doelde op mensen met depressie of mensen die zelfmoordpogingen hebben gedaan. Nu zijn er nog heel wat meer redenen om met de psychiatrie in aanraking te komen (ik wilde zeggen ‘aanvaring’ maar dat is dan een Freudiaanse verspreking misschien!). Er zijn veel ‘stoornissen’ zoals de psychiatrie dat noemt, waarbij levensmoeheid niet meteen een rol speelt.

Bij psychotische- en persoonlijkheidsstoornissen en PTSS bijvoorbeeld is dat niet noodzakelijkerwijs het geval. Vaak wórdt men wel wanhopig zowel van wat men symptomen noemt als van de behandeling die wordt toegepast.

In mijn begrip gaat het er veel meer om dat mensen in de psychiatrie wel willen leven, maar zogezegd ‘niet weten hoe’ en zich voor zoveel problemen en obstakels geplaatst zien, in en buiten zichzelf, dat ze ‘het op willen geven’, het ‘niet meer zien zitten’. In zekere zin zou men kunnen zeggen dat zij gevangen zitten in hun eigen (negatieve) denken, een ‘onjuist’ gebruik van de mind’ (om het zo maar te noemen) en in het ervaren van een wereld zonder verbinding. Geen hoop meer zien.

Herstel van verbinding – met zichzelf, met anderen en met een ‘groter geheel’ zal in mijn ogen zonder enige twijfel een helend effect hebben.

Mijn indruk is dat veel mensen die zelfmoord overwegen, niet zozeer dood willen als wel niet meer weten hoe om te gaan met hun leven zoals het is. Zou het kunnen dat iemand zo vast kan zitten in zijn eigen gedachten en ervaringen, zijn eigen ‘hoofd’ en in omstandigheden, dat hij geen uitweg meer ziet? Is dat niet logischer dan te denken dat men dan ‘niet wil leven’?

Als wij kijken naar spiritualiteit, dan is het woord ‘verbinding’ daarin heel belangrijk. Je verbonden voelen… met jezelf, met andere mensen, met een groter geheel, met ‘het Al’ misschien wel. Een gebrek aan verbinding maakt wanhopig. Herstel van verbinding werkt helend.

Verbinding

In die zin is het jammer om een scheidslijn te trekken tussen ‘mensen met kanker’ en ‘mensen met “psychiatrische klachten”’. Scheiding in plaats van verbinding. Verbrokkeling in plaats van één geheel te zien.

Naar mijn idee verhult het trekken van een streep tussen de ene groep patiënten en de andere waar het om gaat, namelijk dat verbinding verbinding-behoudenhelend is, wat de ziekte, stoornis of het probleem ook is.

Er zijn veel verhalen van mensen die genazen van kanker, of als een voldaan mens stierven aan kanker waarbij een accent wordt gelegd op hoe de ziekte kanker de persoon ‘wakker schudt’. Doordat men geconfronteerd wordt met de dood, laat men oude gehechtheden en negatieve patronen los.

Men gaat zich afvragen wat nu écht belangrijk is. Men gaat heel bewust leven en genieten van de kleine dingen waar men voorheen gemakkelijk overheen stapte. Mensen gaan dingen rechtzetten en, soms, alleen nog maar doen waar men zich écht gelukkig bij voelt. Het schijnt dat deze ontwikkeling op zich ervoor kan zorgen dat mensen in een aantal gevallen – niet altijd – genezen. De geest is een zeer krachtig ‘instrument’ en wat we ermee doen maakt heel veel verschil voor hoe we ons voelen en wat er met en in ons gebeurt.

Laten we nu eens kijken naar iemand die in een psychose terecht komt, of een andere ernstige ‘psychiatrische stoornis’ heeft. Vaak heeft die persoon al heel veel moeilijkheden meegemaakt. In 80% van de gevallen van manisch depressiviteit en schizofrenie bijvoorbeeld, bleek uit onderzoek, zou sprake zijn van traumatische ervaringen in de jeugd. Door trauma door te maken als kind, leer je een aantal belangrijke vaardigheden, bijvoorbeeld communicatie en assertiviteit, niet goed aan. Dit kan in het latere leven veel ellende geven.

Tegen de tijd dat iemand in een psychose terecht komt, is er vaak een knelsituatie die de persoon tot het uiterste drijft. Denk aan bijvoorbeeld het verlies van een persoon of een baan. Aan andere omstandigheden die veel druk geven, de persoon in zekere zin ook dwingen om zich anders te gaan gedragen en anders naar de dingen te kijken.

”Alles kwijt raken”

Sean Blackwell spreekt van een ‘ego collapse’. Het ego, alles wat je altijd gelooft hebt over wie je bent en wat belangrijk is, klapt in elkaar. Het ego ‘sterft’ in zekere zin, loopt in elk geval enorme klappen op.

In de psychose is het alsof je psychisch ‘uit elkaar klapt’. De ‘naden begeven het’: Onverwerkte gevoelens exploderen, komen met kracht omhoog, vaak in de verwrongen vorm van hallucinaties en wanen. Het gedrag is voor anderen niet meer te volgen en kan ook gevaarlijk worden. De reactie van de psychiatrie is doorgaans zware medicatie en ook wel dwangbehandeling (opsluiten, vastbinden, platspuiten) toe te passen.

Dit mee te maken is op zich meestal weer traumatiserend. Ofwel – de persoon komt aan de grond te zitten. Soms zijn er ook sterke angsten en letterlijk het gevoel van dood te gaan.

Na een psychose volgt er vaak een diagnose, stigmatisering, en een besef dat je als ‘anders’ of afwijkend wordt gezien, vaak gaat de persoon dit ook zelf geloven. Kansen op werk, een stabiele situatie en gezondheid, carrière, kinderen, een relatie storten in, dit wordt in elk geval als perspectief vaak gegeven.

Het vinden van werk, het afmaken van een studie, een stabiele situatie en gezondheid, het opbouwen van een relatie en kinderen krijgen; de kansen op al deze zaken waar een jongvolwassene naar uitkijkt storten in. Ook als het niet feitelijk onmogelijk wordt, is dit vaak wel de voorspelling die je in de psychiatrie te horen krijgt; werk en een partner vinden, kinderen krijgen zou moeilijk zo niet onmogelijk zijn met zo’n ‘psychiatrische ziekte’.

Kortom… zowel de persoon die in de psychiatrie wordt opgenomen als iemand die de diagnose kanker krijgt, wordt ‘met de dood geconfronteerd’. De ‘psychiatrisch patiënt’ gaat niet letterlijk dood (tenzij door zelfdoding of een ongeluk). Maar het gevoel dat alles wat men kende in één klap uit beeld verdwijnt, en de moeite om daarna nog een plek te vinden, de wanhoop en ontreddering zijn evenzeer enorm.

Dit alles dwingt de persoon vaak, om een nieuw perspectief te ontwikkelen. Men laat oude denkbeelden los en moet zich opnieuw oriënteren. Heel vaak lukt dat niet, of maar heel moeizaam, en het kan vele jaren kosten. Intussen wordt de gezondheid en vitaliteit van de persoon vaak sterk gehinderd door medicatie die afstompt en het lichaam aantast.

will to liveHier is dus eerder sprake van een overeenkomst, dan van verschil tussen de twee groepen. Centraal staat een ervaring van ‘alles kwijt raken’, en niet meer verder kunnen zoals men gewend was.

In beide gevallen zou hulpverlening die zich richt op ‘verbinding’ en die gebruik maakt van lichaamswerk, yoga, meditatie en gesprek zeer helend kunnen werken. De yoga, het boeddhisme en ook andere (mystieke) stromingen houden zich al vele eeuwen lang bezig met de geest en de vraag hoe die te kalmeren en te openen voor – tja, verbinding.

Zulke ‘methoden’ of stromingen kunnen een helende invloed uitoefenen of men nu kampt met lichamelijke of geestelijke ‘ziekte’. Men zou kunnen stellen dat het begin van genezing altijd ligt in de eigen geest. Verbinding  is helend. Verbinding met jezelf, met je kern, met je eigen lichaam, met andere mensen, met ‘levenskracht’; voor wie daarvoor open staat, een hogere macht. Wat het probleem ook is.

Ervaringen van Manon

Hieronder volgt een verslag van de ervaringen van Manon rondom haar twee psychotische periodes. In het verhaal schrijft Manon over een ontmoeting met mij die leidde tot een nieuwe psychotische episode. Natuurlijk is het niet mijn bedoeling mensen een nieuwe psychose in te praten. In dit geval reageerde Manon heftig en zelfs even verliefd op mijn vrij hartelijke benadering. Zo kan Psychose Anders niet alleen een geestelijke benadering, maar ook een hartelijke zijn. In een volgend artikel zal ik verder stilstaan bij de mogelijkheid dat het opeens opengaan van je hart ook nogal wat aanpassingen vergt van je systeem. In het geval van Manon heb ik er het volste vertrouwen in dat het helingsproces soms even een extra kortdurende psychose kan vereisen, maar dat een open hart beter in staat is een nieuwe balans te scheppen. (Joost).

Ik haatte het om van 9 tot 5 op een kantoor te moeten zitten. Ik ging alles analyseren wat er fout was gegaan, om te beginnen met de scheiding van mijn ouders. Vervolgens ging ik mijn opa’s en oma’s analyseren om te concluderen dat het leed van generatie op generatie was doorgegeven. En ik was nu op een focaal punt van leed beland, dat ik het niet meer verdragen kon. Mijn ouders gedroegen zich onmogelijk naar mij toe, en mijn zusje zat tijdelijk in het buitenland.

Ik besloot kunstenares te worden. Ik moest alleen nog het juiste medium vinden. En mijn hart zong van levenslust. Ik ging op zoek naar God en vond antwoorden in de natuurkunde. Ik kreeg het inzicht dat het om liefde en muziek draait. Ik moest de wereld helen, en om te beginnen mijn familie. Ik steeg verder op, en ervoer een eenheid met het universum die niet te beschrijven is. Ik voelde een onmetelijke liefde, ik was alles.

music-love-heart-notes

Muziek en Liefde (afkomstig van 1)

Maar als ik alles was, was ik niets. Ik was niets. Ik tuimelde in de diepste van alle hellen. Het was verschrikkelijk. De crisisdienst werd gebeld, en op dit punt wilde ik – uit mezelf – dolgraag opgenomen worden. Alleen mocht dit niet. Wel kreeg ik oxazepam mee. Een paar dagen later kreeg ik een psychiater-in-opleiding te spreken die ronduit bot tegen mij was. Hij wilde niks horen van het verdriet dat ik om mijn familie had, en ik ben huilend uit dat gesprek weggelopen. Het werd me al snel duidelijk dat de ggz mij niet helpen kon, omdat deze niet open stond voor mijn gevoel. Uiteindelijk werd door de ggz een identiteitscrisis vastgesteld (april/mei 2011). Maar ik voelde mij gewoon niet goed in mijn hoofd.

Toen ik 9 maanden later op een dag in de Albert Heijn achter de kassa aan het werk was, kwam er een vrouw voor me staan, met een blik zo ontzettend kil dat het leek alsof ik vanbinnen vernietigd werd. En toen kaatste ik een beeld terug van een hart dat door de hel was gegaan. Vervolgens gebeurde er een aantal dingen, het voelde alsof er een stroom van liefde op gang kwam. Er had zich een grote vreugde van mij meester gemaakt. Ik liep ’s avonds laat naar Y en brak met een schop door de ruit van zijn deur.

De volgende dag: Y kwam thuis, vriendinnen erbij geroepen. Ze vonden me niet voor rede vatbaar. Maar ik vond hun redenen gewoon stompzinnig en dom. Op een gegeven moment waren mijn ouders en zusje er ook. Sterf!, zei ik tegen hen. Ik bedoelde daarmee de manier waarop ze zich op dat moment tegenover mij gedroegen. Maar dit begrepen ze natuurlijk niet. De crisisdienst kwam, ik had me helemaal overgegeven. Het lijkt net een hemelvaart, zei ik tegen de ambulancebroeder.

4.0.1

Een productie van Toni Carmine Salerno – zie (2) voor herkomst afbeelding

Ik heb me een tijdlang compleet veilig en tevreden gevoeld in een overgave aan een hogere, goede macht. Dat gevoel bleef, terwijl mijn dosis Zyprexa door een zeer onsympathieke psychiater werd opgevoerd. Ik wist niet hoe te weigeren, dus speelde ik de ‘brave patient’ en ging er maar in mee. Tot ik instortte door een te hoge dosis Zyprexa. Toen veranderde mijn staat van overgave in een staat van vechten.   Ik ging stiekem, als dat lukte, mijn Zyprexa uitspugen. Na zo’n 6 weken kwam ik uit de kliniek, en zodra ik was gaan samenwonen met een patient die ik in de kliniek had ontmoet, ben ik cold turkey gestopt met de Zyprexa. Ik deed gewoon wat mijn hart me ingaf.

Na een maand werd mijn stemming wat wiebelig, ik begon te huilen , en mijn vriend zei dat ik toch manisch depressief was. Dat was de diagnose die de ggz had gesteld. Achteraf gezien zijn het waarschijnlijk gewoon afkickeffecten geweest. Die diagnose heeft veel verpest, en ik heb me er zolang machteloos over gevoeld dat ik dit opgespeld kreeg. In ieder geval, toen ben ik weer begonnen met de Zyprexa. Onder een volgende psychiater ben ik gestopt met de Zyprexa, maar in plaats daarvan moest ik aan de lithium. Daar had ik niet zo veel last van.

Alleen kreeg ik in december 2012 weer een psychose. Het was de dag van de overgang naar het nieuwe tijdperk van de Maya’s en dat dacht ik te voelen. Het laatste wat ik weet is dat ik als een soort heilige in de kamer stond, en het volgende moment lig ik met mijn armen op mijn rug en een mannetje of 6 bovenop me, in de isoleercel.

Toen ik op de afdeling kwam, heb ik van een andere patiënt geleerd dat je medicatie weigeren kunt, dat wist ik helemaal niet, en toen heb ik de antipsychotica geweigerd. De lithium wel gewoon ingenomen. Helaas voelde ik mij na een nacht niet slapen zo ellendig, dat ik mij genoodzaakt voelde toch om de Seroquel te vragen. Dus uit eigen beweging weer met antipsychotica begonnen.

Door die opname ben ik heel boos geworden op mijn psychiater, dat ik nooit mijn verhaal had mogen vertellen, maar dat de diagnose en (gebrek aan) behandeling alleen maar op verhalen van anderen waren gebaseerd. Resultaat was dat ik iets mocht vertellen, maar hij stond helemaal niet open voor de spirituele aspecten van mijn verhaal. Ik kreeg de diagnose schizoaffectief in plaats van bipolair. Over de loop van de volgende maanden werd er met mij geëxperimenteerd met diverse antipsychotica.

In half december ben ik tenslotte in contact gekomen met Joost van Psychose Anders én heb ik besloten om één pilletje Fluanxol minder te slikken. Vervolgens heeft een gesprek met Joost begin januari er voor gezorgd dat er een hoop verse liefdesenergie vrij kwam en dit heeft weer voor een soort van ‘psychose’ gezorgd. Maar ik zou het eerder iets helends noemen.

Ouders en psychiater natuurlijk weer helemaal geflipt en op een veel hogere dosis Fluanxol gezet. Die ik natuurlijk heel netjes inneem…;). Ik heb ook aardig boos gedaan tegenover ouders en psychiater dat ik nooit over mijn gevoelens heb mogen praten. Resultaat is wel dat ik een andere psychiater ga zoeken. Ik hoop dat bij een nieuwe psychiater of andere behandelaar er wel degelijk aandacht is voor de rol van mijn familie in het ontstaan van mijn ‘psychiatrisch ziektebeeld’. Want in mijn ogen is de druk van mijn familie cruciaal geweest en daar zou ik graag erkenning voor krijgen. We’ll see… Ondertussen geniet ik gewoon van dit helingsproces. Het is fascinerend om mee te mogen maken. Kortom, Universum bedankt!

NOTEN

(1) http://www.layoutsparks.com/pictures/music-21

(2) http://www.quanta.ca/QuantaCat/images/TSPR170.jpg

Kraambedpsychose: geven nieuwe inzichten antwoord op oude vragen?

Hieronder volgt een artikel van Roos, die zelf ook een kraambedpsychose heeft meegemaakt. Zij is ook via de contactpagina te bereiken.

‘Overweldigend, de meest mooie en bijzondere gebeurtenis van mijn leven’. Woorden schieten tekort om het gevoel te beschrijven dat er door je heen gaat als je pasgeboren baby na de bevalling voor het eerst in je armen ligt. Dit is voor iedere ouder zo’n ongelofelijk bijzonder, ontroerend en emotioneel moment. Als kersverse moeder is alles in je erop gericht om zo goed mogelijk voor dit nieuwe schepseltje te zorgen en het te omringen met liefde. Toch kan dit ontsporen, zoals bij een kraambedpsychose het geval is.

Uit persoonlijk archief

Uit persoonlijk archief Roos

De moeder verliest dan de grip op zichzelf en haar omgeving. Dit kan er in het meest ernstige geval zelfs toe leiden dat de moeder in zo’n vreemde bewustzijnstoestand verkeerd dat ze niet meer weet wat ze doet en zichzelf of haar kind iets aandoet. De vraag is, hoe kan dit gebeuren? Welke processen spelen hierbij een rol? Hoe kan een gezonde vrouw tijdens de kraamtijd plotseling zo ‘ziek’ worden?

In het Erasmus MC in Rotterdam wordt al ruime tijd onderzoek gedaan naar kraambedpsychosen. Zij zoeken de oorzaak in een ‘ontstoken brein¹’, veroorzaakt door een verstoorde immunologische reactie. Op de website van het Erasmus² wordt in een persbericht heel stellig beweerd dat een ontregeld immuunsysteem een kraambedpsychose triggert. In het artikel³ waar het persbericht naar verwijst is er meer nuance en wordt het genoemd als mogelijke hypothese. De onderzoekers vergeleken vrouwen met een kraambedpsychose met gezonde vrouwen en met gezonde vrouwen die pas bevallen waren.

Bij vrouwen met een kraambedpsychose vonden ze afwijkingen in de gen-expressie van een bepaald type afweercel (monocyten). Simpel gezegd: bij alle zwangere vrouwen staat het immuunsysteem anders afgesteld om ervoor te zorgen dat ze hun baby niet afstoten. Na de bevalling wordt het immuunsysteem weer ‘gerest’ naar de oorspronkelijke toestand. De hypothese is dat er bij een kraambedpsychose iets mis gaat in het ‘resetten’ van het immuunsysteem waardoor het immuunsysteem allerlei ‘ziekmakende’ processen in gang zet in de hersenen die op hun beurt leiden tot een kraambedpsychose.

Als ervaringsdeskundig leek (nou ja, niet helemaal ‘leek’, ik werk zelf ook in het wetenschappelijk onderzoek binnen de psychologie) vind ik het moeilijk om de afwijkingen in monocyten te interpreteren en al helemaal om de link te leggen naar hersenfuncties en neurotransmitters. Neurotransmitters zijn stoffen in de hersenen die betrokken zijn bij de signaaloverdracht tussen zenuwcellen en waarvan verondersteld wordt dat deze ontregeld zijn bij een psychose. De link tussen het immuunsysteem en de verschillende processen in de hersenen wordt nog niet gelegd in het artikel en is misschien meer iets voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek.

Toch is dit wel nodig om tot een dieper inzicht te komen over hoe verstoringen in het immuunsysteem zouden kunnen leiden tot verstoringen in de hersenen, die op hun beurt weer zouden kunnen leiden tot een kraambedpsychose. Hier spelen nogal wat aannames. Zo is de relatie tussen hersenen en geest niet 1 op 1: verstoringen in de hersenen leiden niet altijd tot ernstige afwijkingen in het denken en handelen en ernstig afwijkend denken/handelen is lang niet altijd herleidbaar tot afwijkingen in de hersenen.

Daarnaast hoeft de relatie tussen hersenen en geest niet causaal te zijn (of eraan gelijk te staan, als in ‘wij zijn ons brein’). Dit model (causaal: hersenen veroorzaken geest of gelijk: geest is niets meer dan hersenprocessen) is dan wel gangbaar in de in de medische wetenschappen maar er zijn er ook andere relaties denkbaar, zoals beeldend uitgedrukt in de metafoor van de pianist (geest) die de piano (de hersenen) bespeelt.⁴

Hersenen - afbeelding afkomstig van (11)

Hersenen – afbeelding afkomstig van (10)

Het feit dat het immuunsysteem vaker ontregeld is bij vrouwen met een kraambedpsychose is op zichzelf heel interessant. Toch gaat het te ver om dan te veronderstellen dat een kraambedpsychose dus wordt veroorzaakt door verstoringen in het immuunsysteem na de bevalling of dat dit het laatste zetje is voor vrouwen met een genetische kwetsbaarheid voor een kraambedpsychose. Het verklaart bijvoorbeeld niet waarom een kraambedpsychose vaker voorkomt bij vrouwen na hun eerste bevalling en minder vaak bij vrouwen na een tweede of derde bevalling.

Ook is er een geval gerapporteerd waarbij een vader wordt beschreven met een kraambedpsychose, waarbij het ‘resetten’ van het immuunsysteem medisch gezien geen enkele rol kan hebben gespeeld⁵. Daarnaast is het belangrijk om te vermelden dat niet iedere vrouw met een kraambedpsychose ook daadwerkelijk afwijkingen in het immuunsysteem heeft. Verder kan het verband tussen het immuunsysteem en een kraambedpsychose natuurlijk ook andersom zijn.

Een kraambedpsychose roept zo veel stress op dat dit leidt tot een ontregeld immuunsysteem. Het eerste symptoom van een kraambedpsychose is ernstig verstoorde slaap. Slaap heeft zelf ook een groot effect op het immuunsysteem en op de genexpressie⁶. Dit maakt de relatie tussen slaap en een kraambedpsychose ingewikkeld: het is onduidelijk of verstoorde slaap een oorzaak kan zijn van een kraambedpsychose of dat slaap het eerste symptoom is van een ‘ziekmakend’ proces dat al aan de gang is (zie Sharma & Mazmanian, 2003 voor een review⁷ over dit onderwerp). Kortom, de relaties tussen alle verschillende processen zijn nog verre van duidelijk.

Ik kan zelf natuurlijk niet letterlijk in mijn eigen hoofd kijken, maar weet wel wat er in mijn eigen geest gebeurde toen ik zelf een kraambedpsychose had. Ik heb dit beschreven in een ervaringsverhaal⁸ op de website van Karin den Oudsten⁹. Karin heeft een heel mooie en goed leesbare website gemaakt voor alle vrouwen die dit hebben meegemaakt, hun omgeving en andere geïnteresseerden. Zo kunnen zij ervaringen delen en duidelijke informatie lezen over het ziektebeeld.

Boven de Box - uit persoonlijk archief Roos

Boven de Box – uit persoonlijk archief Roos

Op die manier haalt zij het fenomeen kraambedpsychose uit de taboesfeer en brengt het op een eerlijke, openhartige en goede manier onder de aandacht: het kan immers iedereen overkomen. Ieder verhaal is dan ook weer uniek, en iedere vrouw geeft ook weer een andere betekenis aan wat in de eigen beleving de oorzaak was voor de kraambedpsychose. De ene vrouw wijt het aan hormonen of meer recent aan het immuunsysteem, de ander misschien aan een zeer zware bevalling, het weinig steun ervaren, de overweldigende ervaring van een geboorte en het enorme moedergevoel van verantwoordelijkheid voor zo’n klein schepseltje.

Wat betreft verklaringen haakt Karin op haar website vooral aan bij het onderzoek van het Erasmus. Op dit moment doet het Erasmus dan ook onderzoek hiernaar dat internationaal toonaangevend is. Ik blijf het zelf ook volgen, zij het met een wat kritischere blik.

Uiteraard heb ik zelf ook mijn een eigen hypothese. Ik denk dat je na een bevalling heel erg ‘open’ staat om alle signalen van je pasgeboren kindje in je op te nemen en je geestelijk en lichamelijk geheel af te stemmen op je pasgeboren baby. Dit is een normaal, mooi en gezond proces, maar kent een keerzijde. Je bent als het ware veel ‘gevoeliger’ voor allerlei signalen, je ziet, ruikt, proeft, hoort dingen die je anders niet zou waarnemen; je aandacht is enorm verscherpt.

Dit is een soort hyper-alerte toestand die evolutionair natuurlijk belangrijk was om de veiligheid van de pasgeboren en kwetsbare baby te waarborgen. Deze toestand kan ontsporen door slaapgebrek. Dit slaapgebrek maakt je dan ook nog eens extra labiel en emotioneel. Toch ‘mag’ je aandacht niet verslappen omdat je de zorg hebt voor een kwetsbare baby. Dit leidt ertoe dat je niet meer echt tot rust kan komen. Je bent dus wel moe, maar door je enorme moederinstinct pep je jezelf steeds zo enorm op dat je dat niet voelt.

De vicieuze cirkel van slaapgebrek en hyperalert zijn kan dan tot een psychotische ontregeling leiden (kraambedpsychose) waarin je de grip verliest op jezelf en je omgeving. En daarin zullen het immuunsysteem, de hormonen en de genen vast een rol spelen en interacteren. En daarnaast hebben natuurlijk ook de omgeving en achtergrond van de moeder een effect op het beloop van een kraambedpsychose. We weten een klein beetje meer, maar echte antwoorden hebben we nog niet.

Voetnoten

  1. Het ontstoken brein, uitzending van Labyrinth, 7-11-2012 [link].
  2. Archief persberichten Erasmus [link].
  3. Bergink, V., Burgerhout, K., Weigelt, K., Pop, V. J., de Wit, et al (2013). Immune system dysregulation in first-onset postpartum psychosis. Biological Psychiatry, 73, 10000-10007 [link].
  4. Engelstalig Youtube filmpje over ‘the materialist and the mind’ [link]. Zie ook Hoe de Geest zich via de Hersenen Verruimt 
  5. Shahani, L. (2012). A father with postpartum psychosis (2012). BMJ Case Reports, doi: 10.1136/bcr.11.2011.5176 [link].
  6. Moller-Levet, C. S., Archer, S. N., Bucca, G., Laing, E. E., Slak, A., et al (2013). Effects of insufficient sleep on circadian rhythmicity and expression amplitude of the human blood transcriptome. PNAS, 110, 1132-1141 [link].
  7. Sharma, V., & Mazmanian, D. (2003). Sleep loss and postpartum psychosis. Bipolar Disorders, 5, 98-105 [link].
  8. Ervaringsverhaal ‘voor haar eigen veiligheid’ [link].
  9. Zie www.kraambedpsychose.nl
  10. Herkomst afbeelding: http://www.sterrenstof.info/uit-de-oude-doos-zielloze-hersenen/

Enkele Gedachten over de Verhullende Term ‘Stemmingsstabilisator’

Zoals wel duidelijk moge zijn bij het lezen van artikelen op deze site is de keuze voor het gebruik van bepaalde woorden van groot belang. Aanzienlijke krachten spelen een rol die ons vooral willen aansporen om te denken in termen van biologische afwijkingen en lichamelijke ziekten, terwijl termen als levensproblemen, verdriet, eenzaamheid, gevoel van falen, tijdelijke verwarring, zielspijn wellicht een veel realistischer verklaringskader bieden.

Zie voor herkomst afbeelding (1)

Oefenen met Balans – zie voor herkomst afbeelding (1)

Het is dan ook van belang om alert te zijn op allerlei manieren waarop mensen die het soms moeilijk hebben met al de uitdagingen van het leven – wie heeft dat niet af en toe? – worden gemanipuleerd om te gaan denken dat er sprake is van biologische oorzaken. Biologische oorzaken impliceren immers ook biologische remedies, zoals chemische preparaten die we eufemistisch aanduiden als medicijnen.

Wat me de laatste tijd opvalt is het groeiende gebruik van de term ‘stemmingsstabilisator‘. Zojuist verwees bijvoorbeeld een bezoeker van deze site, Jolanda, naar lamotrigine als stemmingsstabilisator (1). Laatst hoorde ik iemand spreken over het gebruik van een stemmingsstabilisator voor iemand die agressief was geworden.

Bij de term ‘stemmingsstabilisator’ krijg ik bijna een vriendelijke glimlach op mijn gezicht. Het roept bij mij haast warme associaties op met een liefdevolle wetenschappelijke basis. Als een moeder die haar kind even een extra knuffel geeft als ze het even moeilijk heeft.

De lievige associatie bij de term ‘stemmingsstabilisator’ lijkt haast te verhullen dat we hier toch gewoon ook te maken hebben met heftige middelen. Neem nu Jolanda’s tip ‘lamotrigine’: dat is eigenlijk vooral een middel tegen epileptische aanvallen (3). Stemmingsstabilisatoren tegen agressie zijn vaak gewoon heftige kalmeringsmiddelen, of antipsychotica.

Vanwege deze relatief prettige associatie bij het woord ‘stemmingsstabilisator’ loopt de term het risico om gebruikt te gaan worden bij vele medicijnen die invloed uitoefenen op de stemming. Zo zou je zowel antipsychotica, antidepressiva, anti-epileptica, angstremmers en kalmeringsmiddelen kunnen zien als een soort van stemmingsstabilisator: je stemming kan er immers wat neutraler en wat stabieler door worden.  Ik zou er dan toch vooral de voorkeur aan geven om zorgvuldiger met deze term om te springen en deze zeker niet te gemakkelijk te generaliseren.

Daarnaast zou ik mensen die  de gewoonte hebben opgebouwd om heftige stemmingswisselingen te hebben vooral willen aanmoedigen om technieken te leren waarbij ze met hun geest hun hersenen op een helende manier kunnen masseren (5). Laten we hopen dat we naar een tijd groeien waarin mensen vooral associaties krijgen als ‘achterhaalde chemische middelen uit het biopsychiatrische tijdperk‘ bij de term ‘stemmingsstabilisator’.

NOTEN
(1) http://home.scarlet.be/~stefanv2/ned_agility.htm
(2) https://psychoseanders.wordpress.com/2012/03/21/afbouwen-en-botsing-met-lithiumprotocol/#comment-2213
(3) http://www.fk.cvz.nl/Preparaatteksten/L/lamotrigine.asp
(4) http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/49007-stemmingsstabilisatoren.html
(5) Zie bijvoorbeeld: Rick Hansons Boeddha’s Brein: hoe mindfulness je hersens en je leven kan veranderen.

“U geschiede naar uw geloof”- De Kracht van Overtuigingen

Hieronder volgt een bijdrage van Christina over haar eigen persoonlijke ervaringen.

Als ik denk over de psychiatrie en de ervaringen die ik ermee opdeed – inmiddels beslaan die meer ruim twee decennia – dan komt een stukje uit een lied van Frank Boeijen (1) door mijn hoofd spelen:

“Geloof ze niet, geloof ze niet….”

De rest van het liedje gaat over iets heel anders, onder andere over ‘kunnen wij geen vrienden zijn’. Ik weet al een hele tijd dat ik ‘geen vrienden kan zijn’ met de diagnoses die de psychatrie over mij uitsprak.

conviction 5

Wat je gelooft, over jezelf, over anderen, over het leven, is  van enorm belang. De kracht van de geest en wat die gelooft is heel groot. Dat is althans mijn gedachte erover. En niet alleen de mijne. In het boek ‘Een Cursus In Wonderen’ staat iets als: ‘Je zult zien wat je gelooft en het is je gegeven te veranderen wat je gelooft’.

Ik ben ergens in mijn jeugd, door hoe ik bejegend werd, gaan denken ‘ik zal wel gek zijn’. Ik werd zo veel tegengesproken en ontkend in wat ik voelde en dacht en zei, dat ik de conclusie trok dat er iets mis moest zijn met mijn vermogen de werkelijkheid te kennen. Nu is dat precies wat men zegt over psychoses: de persoon is het contact met de werkelijkheid kwijt.’

Lang voordat ik psychotisch werd had ik dus al dit idee van ‘ik moet wel gek zijn’. Ik denk dat het wit is en mijn omgeving houdt vol dat het zwart is. Tja. Omdat je als kind en jongere niet bij machte bent hier uit te komen, is een onbewuste conclusie: “Ik zal wel gek zijn”.

Veel later kwam ik dus het idee tegen dat je wáár maakt wat je gelooft (bv over jezelf). Ik ben dus ‘netjes’ psychotisch geworden. Mijn geloof ‘ik ben gek’ heb ik waargemaakt.

In mijn vele gesprekken met anderen die psychoses ervoeren, kwam ik dit thema vaker tegen: men maakt zeer verwarrende situaties mee als kind en gaat dan onbewust twijfelen aan het eigen vermogen om de werkelijkheid te kennen. Denk bijvoorbeeld aan een meisje dat incest meemaakt, maar de dader houdt later strak vol dat het ‘nooit gebeurd is’. Opgroeiend concludeert deze vrouw onbewust ‘wat ik denk dat ik heb meegemaakt, klopt niet, er is iets mis met mijn waarneming’.

De gedachte “ik zal wel gek zijn” zet zich vast en op een gegeven moment, in een heel moeilijke situatie, zou deze zich wel eens waar kunnen maken. ‘U geschiede naar uw geloof’.

conviction 3

Het is maar goed dat ik later andere dingen ben gaan geloven. Op een gegeven moment – na omzwervingen zoals jarenlang psychiatrische medicijnen slikken, me laten vertellen dat ik een manisch depressieve stoornis had, enzovoorts – kwam ik in aanraking met een spirituele leer die mij hielp om het anders te gaan zien.

Ik ging meedoen aan een groepje dat deze leer bestudeerde en begon, in feite met skepsis en ‘voor de lol’ de ideëen/begrippen uit het boek zo goed en zo kwaad als het ging uit te testen door toe te passen. Mijn idee was meer ‘’stel nou dat het eens waar zou zijn’ dan dat ik er al bij voorbaat vast in geloofde. Ik vond het eigenlijk maar gekke principes maar aangezien ik in zekere zin niet veel beters had om mee bezig te zijn, ging ik ermee spelen.

Eén van de ideëen in die leer die mij het meest trof was ‘er is een bron van Vrede in ons waar we steeds naar kunnen terugkeren’. Vanuit nieuwsgierigheid ging ik dan maar, in situaties van stress op zoek naar die innerlijke vrede.
En’verdomd’. Ik vónd ‘m vaak ook nog.

Ik herinner me heel sterk een moment dat ik in de auto zat bij iemand. Een bekend patroon herhaalde zich: er werden opmerkingen gemaakt die ik helemaal niet kon waarderen en ik wist uit eerdere situaties dat als ik er tegen in zou gaan, het waarschijnlijk met ruzie en in elk geval met een rotgevoel zou eindigen.

Op dat moment moest ik even denken aan wat ik gelezen had: ‘er is een innerlijke vrede in ons’. Ik dacht ‘oh ja???’, maar maakte contact met mijn hart en ging ernaar op zoek: kan ik nu, hierbij, ook vredig blijven. Toen voelde ik een soort innerlijke rust en merkte dat ik geen behoefte had te antwoorden op de opmerkingen. Korte tijd later kwam er nog wel een reactie bij me op die ik toen rustig kon uitspreken en die niet tot stekeligheden of verdere onenigheid leidde. Ik had een groot gevoel van triomf: “Het werkt! Ik kan dit soort situaties doorstaan zónder in de nesten te raken!”

Dit moedigde me aan om deze ‘tactiek’ te blijven gebruiken en oefenen.

Gaandeweg voltrokken zich allerlei veranderingen in mijn leven. Ten goede. Ik verzoende me met mijn familie na decennia van conflict. Ik ging gezonder eten en viel heel veel af. Ik durfde zomaar weer een opleiding te beginnen. Ik ging voor grote groepen mensen voordrachten houden. Allemaal dingen die ik niet verwacht had; ik was toch die beperkte, defecte persoon met een gaatje pardon ziek brein in haar hoofd? Die nooit innerlijk evenwicht kon hebben maar steeds risico liep op nieuwe psychoses, manische fasen, depressies? Hmm…

man climb red arrow. Isolated 3D image

Mijn overtuiging  ‘ik moet wel gek zijn’  had gaandeweg, zonder dat ik me er concreet bewust van was, plaatsgemaakt voor een ander geloof. Iets als ‘er is een kracht groter dan ik die het goede voor mij wil’ – dus waarom zou ik dan niét genezen? Ondanks dat men me had gezegd dat dat niet kón en dat ik levenslang pillen zou moeten slikken.

Ook mijn overtuiging dat ik ondanks medicijngebruik toch, ook mijn leven lang, beducht zou moeten zijn voor nieuwe ‘ziekte-episodes’ werd vervangen. Had ik voordien geloofd dat ik geen innerlijk evenwicht bezat, als ‘manisch depressieveling’ niet kón bezitten, mijn ervaring bewees me dat ik heel wat meer innerlijke rust en evenwicht kon ontwikkelen dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Op den duur zag ik mezelf ook niet meer als een ‘manisch depressief persoon’. Maar als mens-met-innerlijke-vrede!

Op een gegeven moment dacht ik – voelde ik, zou ik kunnen zeggen – dat ik de medicatie niet meer zo nodig had. Het was niet zo dat ik er per se van af wilde. Ik had gewoon niet het idee dat ze nog iets voor mij deden. Ik heb ze sindsdien dan ook afgebouwd, heel langzaam, over een periode van meerdere jaren, afgaand op mijn gevoel. (Een verhaal op zich.)

In zekere zin ‘geloof ik het zelf niet’. En toch geloof ik het wel. Ik kan er niet onderuit, in elk geval: vanaf het moment dat mijn overtuigingen wijzigden,wijzigden zich ook mijn leven en omstandigheden. Later heb ik hier veel meer over geleerd en ook een methode leren toepassen (op mezelf en anderen) waarmee je heel bewust je overtuigingen kunt onderzoeken en wijzigen.

Kijkend naar mijn eigen ervaringen, dan zegt dit alles mij dat de ‘kracht van de geest’ veel groter is dan men zo aanneemt, bijvoorbeeld in de reguliere hulpverlening. Dus als men je zegt dat je ziek bent, een ‘stoornis’ hebt, en dat je medicatie en gesprekken nodig hebt en, nou ja, ‘gek bent’ – geloof ze niet…  Geloof ze niet!

Leer je eigen innerlijke rust te vinden, je eigen kompas te volgen.

NOOT
(1) http://www.youtube.com/watch?v=kQw6K9XaHPM

Christina maakte enige tijd deel uit van het kernteam van PsychoseAnders en schreef diverse artikelen voor deze site.  Ze maakte drie langdurige psychoses door, slikte zo’n twintig jaar lang psychiatrische medicijnen en bracht drie jaar door met opgenomen zijn.

Inmiddels is ze al lange tijd ‘symptoomvrij’ en ook sinds een paar jaar ‘medicijnvrij’, in tegenstelling tot wat haar in de psychiatrie voorspeld werd. Haar uitgangspunt is dat het heel goed mogelijk is om innerlijke rust op te bouwen, waardoor psychiatrisch medicijngebruik mogelijk op den duur kan worden afgebouwd.

Ze schrijft een nieuwsbrief die te lezen is op de site http://dehelendegeest.wordpress.com/ en biedt telefonisch ondersteuning aan mensen die een psychiatrische diagnose kregen maar op zoek zijn naar een andere kijk op zichzelf.

 

Een Hersenreinigingsritueel

Laatst was ik in gesprek met iemand via deze site, en we hadden het over psychoses en de rol van degene die een diagnose stelt op het verdere verloop van iemands proces. Al pratend kwamen we tot de conclusie dat het ergens ook wel iets misdadigs heeft om mensen die in een kwetsbare fase in hun leven verkeren, te vertellen dat ze een ernstige ziekte in hun hersenen hebben, terwijl ze toch echt geen hersenscan hebben gemaakt, en er echt geen psychiatrische tumor kon worden gevonden in een of andere hersenkwab.

Heb ik een aantoonbare hersenstoornis of niet? (1)

Heb ik een aantoonbare hersenstoornis of niet? (1)

Op deze site zijn er inmiddels vele artikelen geschreven die vanuit allerlei perspectieven vraagtekens plaatsen bij het gebruik van de medische ziekteterminologie voor mensen die worstelen met de problemen en uitdagingen die het leven met zich kan meebrengen. Als er in werkelijkheid eigenlijk helemaal geen bewijs is dat iemand met een bipolaire stoornis, schizofrenie of een ernstige depressie, aanwijsbare zieke hersenen heeft, dan openen zich nieuwe mogelijkheden.

Dan is er namelijk eerder sprake van het ‘idee‘ dat er iets mis is met de hersenen, een soort metafoor die haast werkelijk wordt gemaakt door hulpverleners, familie, vrienden en uiteindelijk ook door de betrokken persoon zelf, die er zich zelfs psychiatrisch hersenstoornispatiënt door kan gaan voelen. Zo komt een idee, of een metafoor, als het ware tot leven en gaat de betrokken persoon ook daadwerkelijk het idee voeden dat er iets grondig mis is in zijn of haar hersenen.

Dit geloof, of misschien moeten we het wel een vloek noemen, wordt versterkt door medische woorden als medicatiegebruik, diagnoses, verpleegkundigen, artsen, ziekenhuizen, ziektekosten, ziekte-uitleg folders, declaraties, ziektewet, patiëntenverenigingen etc. Je moet dan wel van sterke huize komen om dit hele complex aan ‘Je hebt een hersenziekte‘-boodschappen naast je neer te kunnen leggen. Zeker als je dan ook nog rare dingen voelt en denkt, waarvan je niet goed weet hoe je daar mee moet omgaan.

DE VLOEK HERKENNEN EN DE TWIJFEL TOELATEN

Het goede nieuws is echter dat, ook al zeggen duizenden mensen dat je een hersenziekte hebt, dat daardoor nog altijd niet werkelijk een hersenziekte kan ontstaan. Het maximaal werkelijke is het idee, het geloof in een mysterieuze hersenziekte. En het mooie van een idee of een geloof is, dat het het te veranderen is. Goed, je kunt je voorstellen dat het een stuk lastiger is om een bepaald idee te veranderen als je er al vele tientallen jaren in gelooft, en je het volledig geïntegreerd hebt in je zelfbeeld, dan als je twijfelt aan het geloof, of er slechts een paar jaar of nog korter in gelooft.

Hoe het ook zij, in principe is ieder geloof te wijzigen, alleen ben je daar zelf hoofdverantwoordelijk voor. Durf je namelijk twijfel toe te laten of je wel wérkelijk zieke hersenen hebt? Zou het niet kunnen dat je een of andere hersenstoornis bent aangepraat, terwijl je misschien eerder tijdelijk even  ‘gek’ of ‘geflipt’ bent omdat het allemaal even teveel voor je is geworden. Dat er teveel dingen gebeurden die te pijnlijk, onprettig of raar waren, waardoor je even de controle bent kwijtgeraakt?

Wellicht is het dan wel vrij normaal dat je hersenen overuren gaan draaien, maar dat wil dan niet zeggen dat dat dan ook meteen een uiting is van gestoorde, zieke hersenen. Misschien is het wel een vrij normale reactie op ernstige stress.

Joel Rea (2)

Joel Rea (2)

DE VLOEK VERWIJDEREN

Voor degenen die zich openstellen voor de mogelijkheid dat hun psychiatrische ‘ziekte’ eigenlijk vooral een ‘idee‘ is, en niet veel meer dan dat, wil ik een hersenreinigingsritueel voorstellen. Via een denkbeeldige visualisatie, die ik hieronder beschrijf,  kun je werken aan het verwijderen van dat idee van een hersenziekte in je hoofd. En als eenmaal dat idee is verwijderd, het geloof is verwijderd, is ook de vloek uit je systeem en ontstaat er ruimte om op een liefdevolle wijze, en misschien met een glimlach in het reine te komen met de werkelijke pijn die ten grondslag lag aan het lijden.

De visualisatie is op een vrij korte wijze beschreven. Voel je vrij om ze verder uit te breiden met ademhalingsoefeningen, andere visualisaties, mindfulness elementen etc. Het gaat vooral om de kernhandelingen voor je te zien en te beleven. Wees je bewust van alle gevoelens die optreden in de verschillende fases van de visualisatie. Als het je niet lukt om het algemene beeld voor je te zien, zou je visualisatie kunnen inspreken (met je smartphone ofzo).

HERSENREINIGINGSVISUALISATIE 1

Ga op een comfortabele plek zitten, met losse, comfortabele kleren en neem je voor dat je iets moois gaat ervaren. Sluit je ogen en richt je aandacht eerst op je ademhaling en streef naar een aangename diepe en volle ademhaling. Stel je voor dat je verandering inademt, en starheid uitademt. Laat een gevoel van vrede in je komen, en doe net alsof je een glimlach voelt ontstaan op je gezicht.

Nu beweeg je – in gedachten of in werkelijkheid – met beide handen naar je hartstreek toe, waarbij je kleine cirkels draait. Terwijl je dat doet voel je dat je hart verandert in een liefdevolle, oneindige bron van liefdeszeep. Met deze zeep, zeep je handen in, op zo’n manier dat je ziet dat het flink schuimt, wees niet te zuinig en overdrijf met de hoeveelheid reinigende zeep die op je handen zit, laat het vele centimeters dik zijn. Zie ook de nodige zeepbellen in de lucht zweven.

Vervolgens beweeg je met je door je eigen liefde ingezeepte handen naar je hoofd. Je plaatst nu eerst je handen aan de zijkanten van je hoofd en vervolgens stel je je voor dat je je hersenen uit-rekt, zoals je een foto op een smartphone kunt uitrekken, en beweeg die dan voor je gezicht, waardoor je je eigen hersenen voor je ziet, maak ze ongeveer 1 meter in breedte. Je houdt ze met beide handen vast en je observeert je hersenen.

Op een gegeven moment merk je op dat er allerlei zwarte plekken zijn, op en in je hersenen. Je kunt dwars door je hersenen heenkijken: die zwarte plekken zijn de plekken waar de fantasie, of het geloof, het idee of de vloek rondom je hersenziekte zit. Je ziet ze en je kijkt er glimlachend naar en je verbaast je erover dat je er zo in geloofd hebt. Vervolgens worden je liefdevolle handen doorzichtig waardoor je je ook door je eigen hersenen kunt heenbewegen. Je gaat dan naar al die plekken waar het zwart is, en je begint te wrijven en te poetsen, en al snel zie je dat de plekken verdwijnen.

Neem er de tijd voor en zie hoe de zwarte plekken uit je hersenen worden schoongemaakt en ruimte maken voor fris naar citroen en lavendel ruikende hersenen die blinken zoals ze nog nooit hebben geblonken. Kijk er naar en voel wat het met je doet. Neem er de tijd voor, en breng je hersenen ook even naar je mond om ze te zoenen. Je mag ze ook een knuffel geven. Het is tijd om je hersenen weer lief te hebben. De vloek heb je verwijderd.

Zodra je het gevoel hebt dat je het zuiveringsritueel hebt afgerond, plaats je je hersenen weer op hun plek in je schedel, streel je nog wat over je hoofd, je glimlacht nog wat, en vervolgens ga je met je handen weer naar je hartstreek. Je maakt nog enkele rustige cirkels en sluit dan af met de woorden: “Ik houd van mezelf en ik heb mijn schone hersenen lief”.

Omarm de tranen die helend willen vloeien, om alle viezigheid weg te spoelen.

Omarm de tranen die helend willen vloeien, om alle viezigheid weg te spoelen (1).

AFRONDING

Graag hoor ik van mensen die deze visualisatie hebben uitgevoerd wat het bij hen heeft opgeleverd. Er zijn natuurlijk vele variaties denkbaar waarbij er reinigingsrituelen kunnen worden uitgevoerd met betrekking tot je hersenen. Ik kan je aanraden er de tijd voor te nemen, en ook niet te forceren als je al in een vroeg stadium emotioneel mocht worden. Het vrijkomen van de psychiatrisch vloek kan tot een emotionele wolkbreuk leiden. Laat je er niet door afschrikken, en geniet vooral van alles wat vrij mag komen.

VOETNOTEN
(1) Schilderij van Igor Morski – http://artforyourwallpaper.blogspot.nl/2013/01/surreal-art-igor-morski.html of op zijn eigen site: http://www.igor.morski.pl/
(2) http://scene360.com/main_news/8651/dogs-in-the-sky/#.UZ83Mz7QVLt